Paleisje van Jimmy en Mientje: "We wilden meer gaan genieten"
De stoelen aan de grote eettafel aan de Edisonstraat in de buurt Doornbos-Linie zijn bijna altijd bezet. Gastvrijheid is Jimmy (69) en Mientje (64) met de paplepel ingegoten. Bij Jimmy door zijn Indonesische achtergrond, bij Mientje door het opgroeien in een woonwagenkamp in Breda. Ze genieten volop van het leven, in en rondom hun sfeervolle paleisje.
Genieten van het leven
De coronaperiode was een pittige tijd voor het stel: Jimmy werd erg ziek. Zo ziek, dat Jimmy en Mientje meerdere keren afscheid namen. Dat veranderde hun kijk op het leven. “We wilden meer gaan genieten”, vertelt Jimmy. Daarom verkochten ze hun koophuis. “Met dat geld genieten we nu extra van het leven. Met de caravan op vakantie naar Spanje, of lekker eten buiten de deur.”
Indische rijsttafel en rode kool met hachee
Genieten doen ze samen met hun kinderen, kleinkinderen en vrienden. “Het huis zit regelmatig vol”, vertelt Jimmy. “Eten staat dan eigenlijk altijd centraal.” De woning is vaak gevuld met heerlijke geuren. Mientje staat graag in de keuken en tovert met evenveel plezier een Indonesische rijsttafel als rode kool met hachee op tafel. Mientje lacht en zegt: “Een grotere keuken zou welkom zijn; ik kom kookpitten tekort!”
Sfeer en de skyline
De woning ademt geschiedenis en bijzondere verhalen, met erfstukken die al generaties lang in de familie zijn. Zoals de sarong van Jimmy's oma, die een bijzondere plek heeft in de slaapkamer, of de Delftsblauwe vazen en viool aan de muur in de woonkamer. En op meerdere plekken in de woning vind je schilderijen, geschilderd door oom Rinus. Vanaf het balkon op vier hoog kijk je uit over de skyline van Breda met de Grote Kerk, de Koepelgevangenis en het reuzenrad bij het Breepark. “Toen we deze woning voor het eerst bezochten, werden we meteen verliefd op het uitzicht”, vertelt Mientje. “Met en balkon op het zuiden is het hier heerlijk in de zomer. En we hebben een prachtig uitzicht op het vuurwerk met oud en nieuw. Eerlijk gezegd willen we hier niet meer weg.”