Ook in tijden van verbouwing klaarstaan voor elkaar

Als je soms hulp nodig hebt, is het fijn als anderen er voor je zijn. Deze drie bewoners van de Maanflat in de Calandstraat staan – ook tijdens groot onderhoud – voor elkaar klaar. Met een broodje gehaktbal, het repareren van een lamp of een lift naar het ziekenhuis bijvoorbeeld.

De werkzaamheden startten begin dit jaar, maar inmiddels zijn de woningen van Corrie Grootenboers (85, rechts), Roy Liddle (70, midden) en Kees Bouman (60, links) vanbinnen helemaal klaar. Aan de buitenkant wordt nog gewerkt.

Veertig broodjes bal

Kees heeft een poes. Vanwege de werkzaamheden, en werkmannen die in en uit liepen, was hij bang dat de poes zou ontsnappen. “Ik heb aan de mannen gevraagd of ze de deuren steeds wilden sluiten. Dat deden ze perfect. Als dank heb ik veertig broodjes bal voor ze gemaakt. Dat vind ik leuk. Voor mijn buren maak ik ook regelmatig een grote pan soep. Ik woon alleen, maar ben in deze flat nooit alleen.”

‘s Nachts naar het ziekenhuis

Ook Corrie staat altijd klaar voor anderen. “Ik heb een auto en mijn buren mogen me altijd bellen als ze bijvoorbeeld naar de huisarts moeten. Ik help mijn buren graag. Laatst was er een buurman gevallen ’s nachts, hij had zijn heup gebroken. Ik ben er direct heengegaan en met de ambulance ging ik, om half drie ‘s nachts, met hem mee naar het ziekenhuis.”

"We zijn alle drie dik tevreden. Duimpje omhoog dus!"

Elkaar helpen

Als Roy niet aan het oppassen is op zijn kleinkinderen, helpt hij zijn buren met praktische klusjes in en om huis. “Het ophangen van een lampje of het uitvoeren van een kleine reparatie doe ik graag voor buren die er alleen voor staan. Als alleenstaanden vind ik het belangrijk om elkaar te helpen waar mogelijk.”

Duimpje omhoog

Alle drie de bewoners zijn te spreken over het onderhoudsproject. Corrie: “Met het eindresultaat zijn we erg blij. Petje af voor de organisatie, alles was perfect geregeld. En dat kaartje met de duimpjes werkte uitstekend. Het rode duimpje omlaag hebben we helemaal niet nodig gehad!”